komen

Soms nodig ik iemand ergens voor uit en krijg ik als reactie: “Helaas ben ik dan op vakantie.” Dat klopt natuurlijk niet, wat de ander bedoelt is: “Helaas kan ik dan niet, dan ben ik op vakantie.”

Soms antwoordt iemand: “Misschien kom ik.” Die reactie voelt als een cliffhanger. (Misschien staat er als ik straks de voordeur open en mijn huis betreed een insluiper met een honkbalknuppel in de hand mij op te wachten.)

“Ik kom honderd procent zeker,” schrijven andere mensen. Dat lijkt me wat te veel van het goede, met het oog op insluipers en ander onheil dat ons kan treffen.

“Ik probeer te komen” is een reactie die op mijn volledige instemming kan rekenen. Zelf doe ik niet anders dan dat. Proberen te komen en als het niet lukt daar vrede mee te hebben, of niet zó veel onvrede als eerder.

Vorige
Vorige

sluimerstand

Volgende
Volgende

lange brug