azzhole
Ik denk altijd na en ik denk overal over na. Loop ik over straat, dan denk ik na over de stoeptegels en kijk ik of ze in een ruitpatroon zijn neergelegd of in een halfsteensverband (met steeds een overslag van een halve steen).
Ik denk na over de mensen die eroverheen lopen, in tegenovergestelde richtingen, en vind het wonderlijk dat mensen helemaal niet op elkaar letten en toch maar zelden tegen elkaar opbotsen.
Ik denk aan de schrijver Jack Kerouac die als een zwerver door de Verenigde Staten trok maar na het poepen wél altijd zijn azzhole door en door reinigde, en dan kijk ik naar de mensen die elkaar op straat tegemoet lopen, in hun dure kleren met hun dure tasjes en hun dure telefoons en zonnebrillen, en denk ik aan hún azzholes en dan hoop ik dat ze schoon zijn.
Ik denk na over de kerstlichtjes in iemands haag en dat ik zin heb om die iemand aan zijn oor naar buiten te slepen om het weg te halen. Ik denk na over de lantaarnpaal die een beetje scheef staat, als een mens dat kromloopt. Ik denk na over het sandwichbord rondom de lantaarnpaal met daarop een foto van een vrachtwagen van transportbedrijf Simon Loos, met daaronder de tekst: “Als je ze eenmaal ziet, zie je ze nooit meer niet.”
Ik denk na over hoe kort “één maal” duurt. En hoelang “nooit meer”.