in dromen
Ik droomde dat ik met wat mensen in een restaurant aan een tafeltje zat. Schuin tegenover ons stond ineens een man op die wild gesticulerend voor zich uit begon te schreeuwen.
Niemand deed iets, men liet ’m razen, in de hoop dat de storm weer zou gaan liggen. Iedereen keek een andere kant op, alle kanten behalve de zijne.
Vervolgens droomde ik dat als de man op ons tafeltje af zou lopen, dat ik dan op zou staan, een hand op zijn schouder zou leggen en heel kalm, maar zeer persistent en met overwicht, zou zeggen: ‘Zo is het genoeg.’
Dat droomde ik dus in de droom. En in de droom ging ik ineens in twijfel trekken of ik dit zou durven. Wat zo zonde is, want in dromen kan normaal gesproken alles.