kitsch

Vandaag precies twintig jaar geleden overleed mijn vader. Soms belt hij bij me aan, zie ik ’m via het scherm van de intercom staan. Als ik op de zoemer druk loopt hij aan de buitendeur te trekken en te trekken, tot hij eindelijk besluit te duwen. Dan vervaagt de droom, loopt hij niet het halletje in, geef ik ’m geen drie zoenen: het scherm van de intercom weer zwart.

Franz Kafka noemde zijn vader in een brief “das Mass aller Dinge”: de maatstaf, de norm waar je dingen aan afmeet. Mijn vader is míjn maatstaf: ik werk hard, maar nooit zo hard als hij. Soms schakel ik een paar tandjes terug; de rust die ik dan voel is weldadig, maar ik voel ook schuld.

Ik dacht aan mijn vader toen ik eind december zo gek werd van die verschrikkelijke kerstmuziek dat ik heel hard de ‘Matthäus Passion’ opzette. De dood van Christus bezongen op de dag dat Zijn geboorte wordt gevierd. Zelf luisterde mijn vader het hele jaar door naar het meesterwerk van Bach, ook midden in de zomer.

Pastiches trok hij eveneens prima, zoals ‘Bach to Africa’. Ook herbewerkingen van het werk van andere componisten, zoals de Händel-verkrachting ‘The Young Messiah’. Misschien hield hij ervan juist omdat het kitsch was. Kitsch is echt een woord dat mijn vader graag in de mond nam. “Kitsch, kitsch.” Ik zie het ’m zo weer zeggen. Door het scherm van de intercom. Dat daarna weer uitdooft.

Vorige
Vorige

het concept slaap

Volgende
Volgende

kou