nero
Vanmorgen om half acht liep ik met de hond het park in. Het was voor mijn doen laat, normaal ben ik minstens een halfuur eerder. Dan loopt er nog niemand, nu zag ik op het pad voor me zeker drie mensen en drie dieren.
Nina is bang voor andere honden, wat ze verbloemt door te doen alsof ze de sterkste van het park is. Als we een soortgenoot tegenkomen gromt ze, blaft ze, maakt ze hevige hapbewegingen. Haar tactiek bij schoothondjes is er op verpletterende wijze bovenop springen. Dat gaat echter moeilijk bij de zwarte Mastino napoletano, die ook nog eens Nero heet.
Toen ik de eigenaar een keer in de Jumbo bij het groenteschap sprak vertelde ik hem over keizer Nero, die volgens de overlevering zo bang was geweest om zelfmoord te plegen dat hij een van zijn laatste getrouwen vroeg om het voor te doen. Daarop joeg hij zelf een dolk door zijn keel, maar niet diep genoeg, dus had de keizer opnieuw de hulp van een bediende nodig, dit keer om door te drukken. Aan zijn gezicht te zien vond het baasje van Nero het een matig leuk verhaal.
Vanmorgen bewogen baas en hond als spookjes in het Pac-Man-spel onze kant op en ik deed wat de hondentrainer mij ooit geleerd had: van het pad af, het grasveld op, helemaal tot aan de waterkant. Nina ging braaf zitten en op tien meter afstand wachtten we tot de twee voorbij waren gelopen. Zo vermeden we de confrontatie, waarbij mijn mond zich vulde met een bittere smaak van vernedering.