nooit goed
Volgende week wordt het warm, maar als ik sommige weerberichten lees gaan we allemaal levend verbranden. De adjectieven beginnen bij ‘tropisch’ en ‘broeierig’ en monden uit in ‘verstikkend’ en ‘ondraaglijk’. De apocalyps nadert.
Vroeger stelden mijn vriendjes en ik elkaar de levensvraag: zou je liever verbranden of verdrinken? Ik koos altijd optie 2. Soms ging ik vast oefenen, zwom ik naar de bodem van het zwembad en bleef ik daar tot het licht in mijn hoofd werd. Weer boven verwachtte ik bezorgde gezichten en een lifeguard die klaarstond om me te redden, maar helaas had niemand iets van mijn expeditie meegekregen.
Warmte trek ik prima, maar de grote vakantie maakt me altijd wel een beetje mistroostig. Iedereen trekt weg, de wereld wordt leeg. Ik zou de mensen natuurlijk achterna kunnen reizen, maar naast dat ik verdrietig wordt van leegte houd ik niet van drukte. Kortom: het is ook nooit goed.