ontspannen

Ik moet zo naar de tandarts. Of eigenlijk naar de mondhygiënist, zoals ik later vandaag ook niet naar de kapper ga, maar naar de haarstylist.

Vroeger mochten we van mijn moeder bij de tandarts geen verdoving. De reden was dat zij dat vroeger als kind ook nooit had gekregen en gelijke monniken, gelijke kappen. Terwijl de tandarts op mijn open zenuw stond in te boren, bleef hij één woord als een mantra herhalen: “Ontspannen.” Ook als mijn voeten de lucht in gingen en ik een aaaaah! niet langer kon onderdrukken, sprak hij steeds dat ene woord uit, dat deed denken aan de steeds herhaalde vraag uit de film Marathon Man: “Is it safe?”

“Ontspannen.” “Ontspannen.”

Elke keer weer dat woord, als een antoniem van mijn werkelijke gemoedstoestand. Misschien dat ik daarom later als volwassen man zo'n moeite kreeg om me te ontspannen. Zoals ook een bezoekje aan de mondhygiënist voor mij altijd een beproeving is gebleven, ook al laat ik me door de assistent standaard helemaal platspuiten. Gelukkig mag ik vanmiddag naar de haarstylist en zolang hij mijn oren ontziet doet knippen geen pijn.

Vorige
Vorige

authenticiteit

Volgende
Volgende

de hitte