send
Ik heb het gedaan, ik heb op send gedrukt. Het manuscript is naar de uitgeverij gestuurd. Eigenlijk is het een typoscript, maar dat zegt niemand, zoals ook niemand ISB-nummer zegt, maar gewoon ISBN-nummer, al zeg je dan eigenlijk Internationaal Standaard Boek Nummer-nummer.
Ik heb nog nooit zo hard aan een boek gewerkt, maar dat zeg ik bij elk boek. Toch voelt het elke keer wáár. Ik ben benieuwd of er een moment komt dat ik na het inleveren van het manuscript vaststel: “Ik heb niet veel aan het boek gedaan. Ik had zoiets van: zo zal het wel goed zijn, en daarna had ik zoiets van: ik druk op send.”
Als veertien-, vijftienjarige schreef ik hopeloos romantische odes in dichtvorm aan meisjes die ik niet kon krijgen. Die liefdeslyriek stuurde ik ze ook daadwerkelijk toe, per post, en ik herinner me mijn duim en wijsvinger rond de envelop als ik deze voor de gleuf van de brievenbus hield. Ik kon mijn hand nog terugtrekken, de brief weer in mijn binnenzak stoppen of op zijn minst mijn naam onder de dichtregels onleesbaar maken, maar nee hoor: ik liet los.
Pas daarna kwam de twijfel: had ik nou wel… Had ik nou niet... Had ik maar...