strepen

Het boek wás al af, toen bracht ik laatste wijzigingen aan en was het écht af. Nu heb ik de állerlaatste wijzigingen aangebracht en is het écht, écht, écht af.

In Tegen beter weten in, een liedje van Rob de Nijs, zit de regel: ‘Er is geen einde aan ’t laatste einde.’ Dat vind ik mooi: dingen eindigen steeds opnieuw, tot ze definitief eindigen.

Mijn einde is voor de lezer het begin. Ik kan er niets meer aan doen, het is klaar: lezen maar.

Als de dichter H.H. ter Balkt bij mensen op visite ging, haalde hij daar zijn eigen bundels uit de boekenkast om er maniakaal met potlood in te gaan strepen, zinnen te verbeteren. Bij mijn boek is dat ondoenlijk, het telt 130 duizend woorden. Elk woord had ook een ander woord kunnen zijn: je blijft strepen.

Vorige
Vorige

regen

Volgende
Volgende

underdog