woorden
Gisteren liep ik met Nina over straat, minding my own business. Twee mensen liepen recht op ons af, gedienstig deden we een paar stappen opzij. Waarop een van de twee me strak aankeek en zei: “Ik ben allergisch, dus hou die hond bij je.”
Dat vond ik een rare opmerking, dus antwoordde ik: “Maar ik hoú de hond al bij me.” Waarop de man zei: “Wát zei je?” Waarop ik mijn stem iets verhief: ‘Ik hoú mijn hond al bij me. Dus je hoeft op zich niet te zeggen dat ik mijn hond bij me moet houden.”
Ik had ook niets kunnen zeggen, maar dat is heel vaak zo. Ik zég ook heel vaak niets en dan denk ik achteraf: had ik maar iets gezegd.
Volgens onderzoek spreken mensen per dag tussen de zes- en zestienduizend woorden uit. Interessanter zou ik het vinden om te onderzoeken hoeveel woorden mensen per dag inslikken. In mijn geval moet dat in de miljoenen lopen.