zacht krakend krieken

Een zacht krakend krieken, een piepen, een poortje

naar het ongebruikte, of hoe het kan lijken, 

of wat je wilt horen in de eerste geluiden.

Daarom hou ik zo van poëzie, zoals van deze regels uit de nieuwste bundel van Idwer de la Parra. Kraakheldere taal, geen speld tussen te krijgen en tegelijkertijd heb je geen idee wat je eigenlijk leest. Een hoofd vol vragen: wat kraakt er, wat kriekt er, hoe kan krieken kraken?

Soms let ik er wel eens op hoeveel er in de wereld eigenlijk piept, en bromt, en knippert. Het is om gek van te worden. De bedoeling is dat je er niet op let, maar daarvoor moet je jezelf uit kunnen zetten.

Of misschien is het juist niet dat je jezelf uit moet kunnen zetten. Misschien ga je juist uit als je er niét over nadenkt. Misschien moet het vanzelf gaan, net als fietsen en vrijen.

Daarom hou ik zo van poëzie: als je stopt met vragen stellen wordt alles duidelijk.

Vorige
Vorige

niets doen

Volgende
Volgende

liedjes (13)