1-1
Gisteren liep ik door mijn straat en zag ik te laat dat de persoon die mij met opgeheven hand tegemoet was komen lopen mijn buurvrouw was geweest.
Vanochtend kwam ik haar tegen in de supermarkt en herkende ze mij niet. De eerste keer liet ik het gaan, maar toen onze paden elkaar nóg eens kruisten zag ik daar een teken in.
‘Goedemorgen!’ riep ik opgewekt, waarna ze me aankeek met een vragend gezicht. ‘Je buurman!’ hielp ik, waarna ze zich verontschuldigde en mij óók een goedemorgen wenste.
Wat mij betreft staat het nu 1-1. Voortaan als ik over straat loop wel bij iedere voorbijganger checken of het mijn buurvrouw is, want ik wil niet opnieuw op achterstand komen.