22
Gisteren heette bus 43 ineens bus 22, ik denk vanwege de marathon.
Toen ik net in de stad kwam wonen, nam ik vanaf Centraal Station bus 22 naar mijn huis. Ik had geen strippenkaart, moest een los kaartje kopen. ‘Zitplaats of staanplaats?’ vroeg de chauffeur op vrolijke toon. Ik vond het allemaal al zo spannend, wist niet wat te doen, koos het laatste. Pas later vertelde iemand me dat ik genadeloos in de zeik was genomen.
De dag dat ik 22 werd dronk ik bier in een café. Iemand kwam tegenover me zitten, vroeg me naar mijn naam. Toen ik vertelde dat ik jarig was, zei ze dat ze wel iets had om mij te geven. De volgende ochtend vroeg op mijn tenen van ’r weggeslopen, schoenen in de hand. Een paar dagen geleden kwam ik haar opnieuw tegen, ondanks dat het 32 jaar geleden speelde herkende ik haar meteen. Dit keer had ze niets om mij te geven, maar ik was dan ook niet jarig.