admiraal de ruyterweg
Pas zag ik een foto van mijzelf ruim dertig jaar geleden. De foto zat in een boekje dat ik destijds publiceerde en is genomen door Alfred Verboom.
Ik ben op mijn kamer op de Admiraal de Ruyterweg in Amsterdam. Over de bank is een laken gedrapeerd zodat het nog wat lijkt. Naast me in een kastje mijn stereo-installatie met daaronder stapels cassettebandjes die een paar maanden later bij een brand allemaal zouden smelten.
Naast het raam een uitgeknipte foto van een model waarop ik verkikkerd was. In mijn schoot de gitaar waar ik de hele dag door op speelde. Ik droomde van een toekomst als liedjeszanger en dat doe ik dertig jaar later nog.
Ik had nauwelijks geld, meestal at ik macaroni met stoofvlees uit blik. Fruit, daar deed ik niet aan, en sporten deed ik ook nooit. Wel roken en drinken, daar was wel geld voor, en voor de rest voedde ik mijn geest door naar het model te kijken op de uitgeknipte foto en gesprekken met haar te voeren. Of nou ja, gesprekken: ik sprak, zij luisterde.