30

Ik woon langs een weg waar je 30 mag, maar de meeste mensen rijden 50. Langs de weg staan led-borden met smileys erop die alleen lachen als je je aan de snelheid houdt. Doe je dat niet, dan gaan de mondhoeken naar beneden. Men trekt zich er geen bal van aan.

Soms rijden mensen nog veel harder dan 50 en als ik daar dan loop op weg naar de glasbak, heb ik zin om mijn tas met lege flessen tegen de voorruit van de wegpiraat te werpen. In gedachten hoor en zie ik wat er gebeurt: piepende remmen, een harde klap tegen een lantaarnpaal, een bebloed, roerloos gezicht.

Ik hou mijn tas toch maar bij me. Loop volgens plan naar de glasbak, werp een leeg jampotje door de opening: kleng. Mijn woede blijft binnen tot ik stik.

Vorige
Vorige

admiraal de ruyterweg

Volgende
Volgende

jane