bikkel en broos

De medicatie die ik slik om mijn hoofd rustiger te maken doet z’n werk, maar er zijn ook bijwerkingen, waaronder dat mijn spieren stijf worden. Hardlopen is moeilijker en waar ik normaal gesproken rondjes liep van tussen de tien en twintig kilometer, was ik nu teruggevallen naar vijf à acht.

Ik ben niet competitief als het om hardlopen gaat, kan als een kind zo blij zijn dat ik überhaupt buiten ben en beweeg. Hoe snel het gaat maakt me niet uit, maar vér lopen vind ik wel fijn. Want wie ver loopt loopt lang en als ik lang loop vergeet ik dat ik loop. Ik kom in een kraakhelder schemergebied terecht, ergens tussen realiteit en waan. Ik ben scherp in die zin dat ik mijn voeten goed optil en niet tegen een paaltje aanloop, maar tegelijkertijd sta ik uit, denk ik nergens meer aan, maal ik nergens meer om.

Gisteren ging ik voor het eerst sinds tijden weer een lang stuk hardlopen. Vijftien kilometer, samen met mijn dochter, vanaf mijn dorp helemaal door Amsterdam-Noord en weer terug. Een paar keer stopten we en we maakten ons niet dik om de tijd. Het was koud, maar wij waren warm. Toen ik thuiskwam voelde ik me leeg én vol.

Je leeg voelen en vol, scherp zijn en uit staan: het kan tegelijk als je hardloopt. Alles kun je zijn tezelfdertijd. Bikkel én broos. Bikkel én broos.

Vorige
Vorige

hazeslaapje

Volgende
Volgende

b1