black friday-week (2)
‘Nu of nooit’: stress om niets.
‘Hier krijg je geen spijt van’: als haren op mijn hoofd.
‘Doe het nu’: of doe het niet.
‘Nergens goedkoper’: tenzij je gaat zoeken.
‘Dit wil je niet missen’: mis je niets aan.
‘Dit moét je hebben’: je kunt prima zonder.
‘Alleen vandaag’: is er morgen ook nog.
‘Laatste kans’: er komen er meer.
‘Allerlaatste kans’: er komen er meer.
‘Nu écht de állerlaatste kans’: er komen er meer.
Er komen er meer.
Er komen er meer.