defusie
Bij therapie oefenen we met ‘defusie’. Op straat denken: ik mag hier niet zijn, is geen feit, maar een gedachte. In plaats van je erdoor te laten overspoelen, ga je er van een afstandje naar kijken. Zo leer je om gedachten als activiteiten van je brein te beschouwen (cognitieve defusie) en niet per se als waarheden waar je je mee vereenzelvigt.
Tijdens de sessie van afgelopen week riep ik: ‘Maar ik bén toch mijn brein?’ Dat werd met kracht ontkend, waarna ik alleen nog maar dacht: wat ben ik dán?
Als er iets van mij wordt afgenomen, ben ik altijd bang dat er niets overblijft.