doe maar 10
In het huis waar ik ga wonen staat mijn bed nog niet. Dat staat in mijn oude huis, maar daar is alles al ontmanteld en in dozen. Nu woon ik dus overal en nergens.
Gisteren had ik vuilniszakken nodig. Ik had geen zin in de supermarkt, met al zijn speciale aanbiedingen en achtergrondmuziek en gebliep van handscanners, dus werd het de lokale doe-het-zelfzaak. Bij het afrekenen kwam ik erachter dat ik per ongeluk hele dure vuilniszakken had gescoord. Prijs: 7 euro 10 per rol.
Een normaal mens zou zeggen: “O, dat is wel een beetje erg duur, ik pak even de goedkopere.” Maar ik ben geen normaal mens. Zodra de persoon achter de kassa de rol vuilniszakken in de hand heeft en “zeven euro tien” mompelt, denk ik: Misschien is dat wel gewoon de prijs voor een rol vuilniszakken. Inflatie, weet je wel. Ook denk ik: Hij heeft al afgerekend, ik kan niet meer terug.
Heel vaak denk ik bij dingen: ik kan niet meer terug. Terwijl ik gewoon terug kan. Maar ik accepteer het verlies al. Ik betaal gewoon 7 euro 10 voor een rol vuilniszakken. Ik doe dat zelfs met extra veel nonchalance, alsof het geld me op de rug groeit. “Doe maar 8,” zou ik zelfs kunnen zeggen tegen de uitbater van de doe-het-zelfzaak. “Nee, 10. Doe maar 10.”