duitse boeken
Nog doller dan op dikke boeken, ben ik op dunne boeken. Gisteren herlas ik Het jongensuur van Andreas Burnier: slechts honderd pagina's (en een beetje) dik en dan is de tekst ook nog in chocoladeletters afgedrukt. Je vliegt er doorheen, zou je denken, maar dat is niet zo, omdat je steeds terugleest, omdat de beschrijvingen je verbeelding aan het werk zetten.
Neem hoe Burnier beschrijft hoe het ruikt in een huis in oorlogsjaar 1941: “Een prettige lucht, samengesteld uit drogende appels op zolder, marmite in de keuken en Duitse boeken in de kast.” Aan die zin bleef ik minutenlang kleven. De geur van drogende appels staat me wat minder bij, maar de gistextract-meur van de marmite des te meer, en op de een of andere manier wist ik precies, maar dan ook pre-ciés, hoe Duitse boeken in de kast ruiken.