eenzaamheid (2)
Het lukt me niet om te schrijven hoe eenzaam ik ben, omdat ik niet eenzaam ben. Dat schreef ik gisteren. Existentieel ben ik het wel, ik voel me vaak een marsmannetje tussen de aardbewoners. Of een mens tussen de marsmannetjes. Maar alléén voel ik me niet.
Ik ben het wel, regelmatig zelfs, maar dan pak ik mijn gitaar en zing een lied voor een denkbeeldig publiek. Of ik verdwijn in een boek, in mijn huis staan drie kasten vol gelijmde of gebonden ontsnappingsmogelijkheden.
Dat mensen van me houden nam ik vroeger nog wel eens voor kennisgeving aan, nu voél ik het. Misschien moet ik in plaats van over eenzaamheid over liefde schrijven. Nooit gedaan, eerlijk gezegd. Het is een aantal keren gebeurd dat een meisje bleef slapen en ‘s ochtends in een overhemd van mij de slaap uit haar ogen wreef in mijn werkkamer. “Schrijf je over mij?” vroeg ze dan, terwijl ze over mijn schouder meekeek naar het scherm. De vraag stellen, was ’m beantwoorden.