flarden

Gisteren liepen twee mensen me tegemoet in een drukke winkelstraat, een oudere man en een jonge vrouw. In het voorbijgaan hoorde ik dat hij zijn stem verhief: “Hoe bedoel je: moet jij nodig zeggen?” De zin werd voorafgegaan en gevolgd door andere zinnen, maar alleen deze ving ik op. Misschien had zijn vriendin net iets te lang en net iets te begerig naar een leeftijdsgenoot gekeken. Of was het zijn dochter en probeerde hij haar ertoe te bewegen te stoppen met roken, maar stoomde hij zelf intussen door als een schoorsteen?

Vanochtend in de polder stond een man stil als een zoutpilaar, midden op het smalle pad. Terwijl ik hem door het hoge natte gras passeerde, sprak hij bedachtzaam door zijn telefoon: “Het is een belangrijke les, maar ook een dure les.” Waar ging dit nu weer over, alimentatie?

Zolang ik niet weet waar het over gaat, kan zo’n gesprek over van alles gaan. Daarom hou ik van het opvangen van flarden van gesprekken: ze herbergen een belofte in zich.

Vorige
Vorige

autofictie

Volgende
Volgende

bakker