geluk
Gisteren dobberde ik op mijn rug in kraakhelder water. Boven me een streeploze lucht. Als ik al mensen hoorde, waren ze aan het lachen.
Ik leerde een les waarvan ik hoop dat hij blijft hangen. Iemand priemde zijn wijsvinger in mijn borst en vertelde dat we allemaal een reis maken en dat het aan onszelf is hoe we dat doen. We kunnen op een houten bankje reizen of in een comfortabele kuipstoel. We kunnen elke dag denken aan of we snel genoeg gaan of gewoon de afstand afleggen die voor die dag bedoeld is.
Als we een keer een foute afslag nemen, dan... En zo ging de metafoor verder en thuis zou ik misschien denken: kun je het leven niet met iets originelers vergelijken dan met een reis, maar zodra ik die nooit aflatende drang tot aanscherpen eindelijk kon verwerpen en weer terug het water in ging om opnieuw op mijn rug rond te dobberen, pas toen voelde ik wat ik oneindig veel vaker zou willen voelen. Ik was gelukkig.