half twee

Ik heb straks om half twee een afspraak in de stad. Dat is lastig, want ik laat altijd om half drie mijn hond uit. Maar dan ben ik nog niet terug. Op zich redt ze het ook wel tot half vier, alleen ik niet. Voor mij is half twee half twee.

Dat zeg ik ook, binnensmonds, als ik om half twee een afspraak heb met iemand en die komt om kwart voor twee opdagen. ‘Half twee is half twee.’ ‘Sorry, wat zei je?’ vraagt de ander dan, waarop ik het hoofd schud. Laat maar.

‘Half twee is half twee’ is iets wat je kunt zeggen zonder dat iemand raar opkijkt. Terwijl je iets woordelijk herhaalt zonder dat die herhaling enig nut dient.

Als ik een afspraak afbel omdat ik griep heb, zegt de ander: ‘Niks aan te doen. Ziek is ziek.’ Ja, natuurlijk is ziek ziek, het is hetzelfde woord. De zon is de zon. Dit blog is dit blog. Het heeft geen nut om te benoemen. Het ís al zo.

Vorige
Vorige

paraplu

Volgende
Volgende

roetsjen