het land van maas en waal
Ik werk aan een album met Nederlandstalige liedjes. Als mensen me ernaar vragen, antwoord ik dat ik al vanaf mijn vijftiende liedjes maak. “Ik durfde ze alleen nooit ten gehore te brengen,” zeg ik erbij.
Inmiddels weet ik dat ik niet vanaf mijn vijftiende, maar al vanaf mijn elfde liedjes maak. Ik vond foto's van de afscheidsavond van de zesde klas lagere school. Wie wilde mocht wat doen: Jeanette en Astrid speelden altblokfluit, Gabriëlle en Nicole deden een dansje. Ik zong Het land van Maas en Waal van Boudewijn de Groot, waarbij ik mezelf op gitaar begeleidde.
Armand, de presentator van de afscheidsavond, hield bij gebrek aan een standaard de microfoon voor mijn mond. Aan het gordijn boven mijn hoofd hing de tekst. Mijn wangen knalrood van de opwinding en ik weet dit allemaal omdat er foto's van zijn gemaakt die ik pas weer vond.
Het is gezien.