het tegenovergestelde van een verzamelaar
I remember the cities I have never seen
exactly.
Veel gereisd heb ik niet, maar wel meer dan mijn grootvader. Die werd geboren in Den Oever, groeide op in Den Oever en is er doodgegaan. Soms fietste hij naar het Robbenoordbos, een enkele keer ging hij varen met vrienden, helemaal tot aan Franeker. Verder is hij nooit gekomen.
Veel gehuild heb ik niet, maar wel meer dan mijn grootvader. Die huilde nooit, voluit lachen deed hij ook nooit. Boos kon hij wel worden, bijvoorbeeld als je aan z’n sigarenbandjesverzameling zat.
Ik ben het tegenovergestelde van een verzamelaar: ik gooi alles weg. Ook dingen die ik had willen houden. De spijt voelt niet fijn, maar wel écht.
Ik weet nog dat ik mijn grootvader vertelde dat ik ging verhuizen. Hij vroeg: “Maar je hébt toch al een huis?”