hittegolf

Kenmerk van een golf is dat hij dingen overspoelt. Bij het woord ‘hittegolf’ worden we overspoeld door een verzengende uitstulping van vuur. Met alleen ‘hitte’ zou ik me wel raad weten, maar een golf van hitte verschroeit alles. We gaan eraan.

Erger nog dan levend verbranden is de dreiging ervan. Ik trek de kop ‘Hittegolf op komst’ absoluut niet. Want als iets nog moet komen, weet je niet hoe erg het wordt. Die onzekerheid vind ik ondraaglijk. De weermensen hebben het zelfs over een ‘superhittegolf’. Nóg verzengender hitte dan die we al hadden, die de apocalyps compleet maakt.

Vanochtend ging het op de radio over aanstaande zondag: dan komt er “vochtige lucht uit het zuiden ons land binnen”. Dat klinkt voor mij als een insluiper achter een gordijn. De temperaturen blijven hoog, alleen “voelt het benauwd aan”. Zelfs “megabenauwd”. Voor mij is het alsof ik komende zondag geen lucht meer krijg en ga stikken. En dat nadat ik al levend was verbrand.

Nog altijd is het weermens niet klaar met zijn slechte tijding: “Die plaknachten waar we dit keer geen last van hadden, die komen er nu tóch.” Plaknachten. Ze komen tóch. Alsof ik als een Prittstift in bed zal liggen, met de lakens als zwachtels aan mijn lichaam vast. En na maandag komen er “stevige onweersbuien”, dus dat wordt schuilen in de kelder. Gewoon onweer trek ik prima, met stévige kun je echter niet voorzichtig genoeg zijn.

En dan zegt het weermens ineens: “Geniet dus nog maar even van het lekkere zomerweer.” Waarop ik denk: Wááát? Genieten? Moet ik geniéten? Van deze alles verzengende megabenauwde alsnog plakkerige superhittegolf? Zég dat dan!

Vorige
Vorige

verpakkingen

Volgende
Volgende

dr rhytm