inhouden
Net liep ik iemand tegemoet die me gespeeld schuldbewust aankeek. Schuldbewust omdat zij me tegemoet kwam fietsen over de smalle stoep. Op die stoep liep ik en tot het laatste moment was zij blijkbaar in de verwachting dat ik opzij zou gaan.
Dat deed ik niet, want fietsers zijn verplicht om het fietspad te gebruiken. Als er geen fietspad is, dan moeten ze op de rijbaan voor auto's fietsen. De stoep, die is gereserveerd voor voetgangers.
En ik was een voetganger, dit was mijn terrein. Helemaal inflexibel ben ik overigens niet. Als een fietser mij op de stoep tegemoet komt en het is een heel jong iemand, of juist een ouder iemand, die het te onveilig vindt op de rijbaan voor auto's en daarom de stoep verkiest, dan snap ik dat.
Dan wil ik alleen wel dat zo iemand als ik aan kom lopen langzamer gaat rijden, bij voorkeur even stilhoudt. Een knikje van verstandhouding zou ook fijn zijn. Want de fietser is dan zeg maar te gast. De vrouw die me net gespeeld schuldbewust aankeek deed dat niet. Aan alles was duidelijk dat ze mij overdreven principieel vond. Dat ik niet zo flauw moest doen door pontificaal midden op de stoep te blijven lopen toen zij eraan kwam. Dat ik gewoon even ruimte had moeten maken, zodat zij erlangs kon.
Die gespeeld schuldbewuste blik maakte veel in me los, ik balde mijn vuisten. Maar daar bleef het verder bij: ik hield me in, ik hield me in, ik hield me in.