ja en nee
Gisteren moest ik op de foto voor de krant. De fotograaf vroeg: “Ga je graag op de foto?” “Ja en nee,” antwoordde ik. Dat is een antwoord dat ik steeds vaker geef op vragen.
Snap je het protest van boeren tegen de uitkoopregeling voor piekbelasters? Nee, want de stikstofuitstoot moet omlaag, en ja, want het gaat om bedrijven die ze met hun eigen blote handen hebben opgebouwd. Ben je voor wapenleveranties aan Oekraïne? Nee, want ik ben tegen oorlog en geweld, en ja, want een land dat wordt binnengevallen moet zichzelf kunnen verdedigen. Enzovoorts.
Soms word ik gebeld door een redacteur van een talkshow die overweegt me uit te nodigen voor een uitzending. Die stelt me dan een aantal vragen over actuele zaken en op alle vragen antwoord ik: “Ja en nee.” Daarop krijg ik te horen dat ik word teruggebeld, wat nooit gebeurt.
Het fijne aan “ja en nee” antwoorden, is dat het het eerlijkste antwoord is dat je kunt geven. Op bruiloften wordt op de vraag: “Wat is daarop jouw antwoord?” steevast met “Ja” geantwoord, maar eerlijker zou zijn: “Ja, want ik hou zo van de ander. En nee, want ik ben zo bang om de ander weer kwijt te raken, en daarom zou ik me liever niet binden. Het voordeel van niets hebben, is dat je weet wat je hebt. Nu heb ik alles, maar voor hoelang?”