de vogeltjesdans

In een volgend interview over mijn nieuwe dichtbundel ging het over de dunne lijn tussen gekte en normaalheid. ‘Wij zijn volslagen idioten/en lopen hier als dieren door elkaar’, dat kan een beginregel van Gerrit Achterberg zijn over zijn verblijf in een psychiatrische kliniek, maar het kan ook gaan over de samenleving als safaripark.

‘Ik sluip vanavond stilletjes naar boven/en werp mij van de tinnen van het huis./Zal zij, wanneer ik naar de stenen suis/op dat moment in mij moeten geloven?’ Ik denk nog vaak aan vrienden van mij die kozen voor een einde door, zoals Herman Brood het omschreef in zijn afscheidsbrief, te gaan “bungeejumpen zonder elastiek”. Wat dachten ze in dat korte moment van suizen? Dachten ze iéts?

Soms rijd ik auto en stel ik me voor dat over drie seconden de vrachtauto voor me ineens stilstaat en de vrachtauto achter me niet meer kan remmen. Die drie seconden, waarin uiteindelijk niets gebeurt, gaat er van alles door mij heen. Ik overdenk mijn zonden en successen en vreemd genoeg denk ik aan de muziek die tijdens mijn uitvaart moet worden gedraaid. Stel dat op verzoek van mij, de overledene, de Vogeltjesdans wordt opgezet, gaan mensen dan méédansen?

En als je dit soort dingen denkt, ben je dan volstrekt normaal, of knettergek?

Vorige
Vorige

ja en nee

Volgende
Volgende

fashionably late