lopen
Ik lees een boek van David Goggins. Hij is een gepensioneerde Navy SEAL en ultramarathonloper. Een van zijn bekendste uitspraken is: “I don't stop when I'm tired, I stop when I'm done.”
De afgelopen maanden waren voor mij als amateurloper niet eenvoudig. Steeds waren er pijntjes, krampen, verrekkingen. Waar ik voorheen regelmatig een 20 kilometer-loop liep, vond ik nu 8 kilometer al een heel ding.
Ik dacht dat ik misschien covid zou kunnen hebben, of long-covid, of iets anders. Misschien kwam het door de medicatie die ik slikte, misschien was er iets met mijn spieren, mijn pezen, mijn botten.
Misschien was er gewoon sprake van een algeheel probleem met mijn motivatie. Ik ben al tien jaar nuchter, maar voel me soms nog altijd een spelbreker. Iemand die niet meer tot diep in de nacht aan de toog slappe verhalen ophangt, in plaats daarvan vroeg opstaat om lange afstanden te gaan rennen. Alsof ik beter ben dan die kroegtijger, verder ben dan hij: wat verbeeld ik me wel niet?
Als ik van wat David Goggins schrijf het Navy SEAL-sausje afhaal en ook dat doorgeschoten Amerikaanse optimisme, dan hou ik iets over waar ik iets mee kan. Ik ga proberen iets minder na te denken, iets minder te malen, en gewoon te gaan lopen. Desnoods niet zo snel, maar gewoon lopen. Niet meteen stoppen als het niet goed gaat, maar gewoon lopen.
Niet: denken, denken, denken. Maar: lopen, lopen, lopen.