sleutels kwijt (2)

Ik ben mijn sleutels kwijt en ze kunnen nergens anders zijn dan binnen, maar ik kan ze niet vinden. Zijn ze er dan wel, of zijn ze er niet? In mijn beleving zijn ze er pas weer als ik ze vind, maar dat verkleint ook de vindkans: ik zoek naar iets wat er niet is.

Mocht ik mijn sleutels vinden, dan zal ik ze in mijn handen houden als een kostbare schat, tegen mijn borst drukken als een tijgerwelpje. Steeds zie ik het moment voor me waarop ik toch nog een plekje in mijn huis vind dat ik niet heb doorzocht en dat ze daar dan liggen. Als door het oog van een ekster zie ik ze blinken, maar dan plopt de droom en ben ik weer terug in de afschuwelijke realiteit, waarin iets wat nergens anders kan zijn dan hier, niet hier is.

Ik weet nog dat in 2003 mijn eerste dichtbundel uitkwam en dat die gepresenteerd werd in het Betty Asfalt Complex in Amsterdam. Mijn trotse redacteur kwam aanzetten met een dienblad vol champagneglazen, waarna een familielid van mij hem per ongeluk hardhandig aanstootte, met slapsticktaferelen tot gevolg. Er was sprake van een eregast die had gezegd dat hij ‘met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ bij dit heuglijke moment aanwezig zou zijn. Dat beschouwde ik als een dermate hoge kans van slagen dat ik hem tot het tijdstip van aanvang al op zijn stoeltje in het theater uittekende. Toen we begonnen knalde die luchttekening uit elkaar met een poef: hij kwam niet.

Vorige
Vorige

sleutels kwijt (3)

Volgende
Volgende

sleutels kwijt