niet geen voldoening
Vanmorgen las ik in de krant een recensie over een documentaireserie over Nederlandse familiebedrijven. Als een vlieg aan een kleefstrip bleef ik hangen aan de zin: “Zevendegeneratie kermisexploitant Louis Vallentgoed kan niet bedenken wat-ie niet mooi vindt aan zijn nieuwe attractie.”
Om te begrijpen wat er stond moest ik in mijn hoofd een omweg maken: de man kan niet bedenken wat hij niét mooi vindt aan de kermisattractie. Hij kan dus wél bedenken wat hij er wél mooi aan vindt. Kortom: hij begrijpt wat hij mooi vindt aan de kermisattractie.
Helder, maar meteen daarna ging het weer mis, in een verslag van een tenniswedstrijd: “Kyrgios zou Kyrgios niet zijn als hij in zijn eersterondepartij tegen Jubb de onderhandse service niet door zijn benen slaat.”
Nick Kyrgios zou niet zichzelf zijn als hij niét een onderhandse service door zijn benen zou slaan. Hij zou dus wél zichzelf zijn als hij wél een onderhandse service door zijn benen zou slaan. Kortom: als Nick Kyrgios onderhands door zijn benen serveert is hij helemaal zichzelf.
Uitgeput de krant dichtgeslagen en de radio aangezet. De eerste plaat die ik hoor is van de Stones en gaat over niet geen voldoening kunnen krijgen.