poetry is nothing
Ik las een gedicht van Mary Jean Chan:
VIII
Perhaps poetry is nothing
but a struggle to translate
the weight of flesh against
bone into syllables that
sound the shape
of things:
leaf
light
tree
sky
the fact
of your face,
beautiful like breath.
Hoe je vlees op je botten rust, dat is iets waar ik veel over heb nagedacht in mijn leven. Vooral als je het extrapoleert naar alle anderen: de wereldbevolking. Mensen en ook dieren, allemaal met een door vel in vorm gehouden hoeveelheid vlees, met botten verkleefd, met bloedvaten, spieren en zenuwen doorregen.
Al die vleesmassa’s lopen schijnbaar doelloos door ‘Het Leven’. Een tijdelijk theater, een vloer vol valluiken.
De harde return na ‘nothing’ is sterk. Want eerst lees je: ‘misschien is poëzie niets.’ Dat zou mooi zijn, als ik en al mijn collega-dichters en al die mensen die zo graag poëzie lezen, dat wij allemaal zo intens houden van iets wat mogelijk niets is.
Het inzicht zou het niet waardeloos maken. Het zou alleen niets zijn.