Send
Ik werk aan een nieuwe dichtbundel. Ik ben nog een beetje aan het schrijven, maar toch ook al in de priegelfase van woordje toevoegen, woordje weghalen, regel daar afbreken of toch daar, of toch daar. Dagen, maanden, járen ben ik er zoet mee, tot ik voor de laatste maal op send druk, maar ik heb nog even.
Tweeënhalf jaar werk ik er nu aan. Zeker vier keer heb ik een compleet manuscript naar het prullenbakje rechtsonder op mijn beeldscherm gesleept. Daarna het prullenbakje geleegd. Wat ik had gemaakt was weg, weg, weg, weg, weg.
Vernietigen is onderdeel van het scheppen. Ik sloop niet alleen het huis dat ik heb gebouwd, ook de fundering. Alles moet weg en in dat niets, dat zo anders is dan een niets dat niet het resultaat is van vernietiging, is ineens alles mogelijk.
Ik creëer, vernietig, creëer opnieuw. Er komt een moment dat ik het manuscript niet meer naar het prullenbakje sleep. In plaats daarvan wordt het een attachment. Ik attach het en druk op send. Nog even, dan druk ik op send.