small talk
Elk jaar eet ik vier tot vijf glacé's. Ik koop ze nooit zelf, ze liggen op tafel bij de bloedbank.
Ik mag kiezen tussen een stroopwafel, een gevulde koek, of de glacé. Altijd kies ik voor de laatste. Ik zou ook géén koek kunnen nemen, of er van elk één oppeuzelen, of alle koeken van de schaal in mijn holle kies stoppen, maar dat doe ik allemaal niet. Ik ga alle opties af (en maak steeds dezelfde keuze).
De fondantlaag is roze gemaakt met geplette schildluizen. Mensen vinden dat vies klinken, geplette schildluizen, maar ik vind het idee van varken eten nog veel onsmakelijker.
Soms heb ik niet zo'n hoge pet op van de mensheid, maar een bezoekje aan de bloedbank helpt. Een zaal vol mensen met een holle naald in de ader en het enige wat ze voor hun donatie krijgen is een roze koek en een uitrijkaart.
Het enige wat ik moeilijk vind aan bloed geven, is de small talk. Praten over de regen, terwijl die toch wel valt. Liever zou ik zwijgen, zoals ik ook maar wat graag zou willen worden geknipt zonder al dat geklets over niks.