sorry henk

Ik ben in het echt nooit bij 'm thuis geweest, maar vannacht droomde ik dat ik op visite ging bij collega-schrijver Henk van Straten. Er was geen speciale reden voor mijn bezoek, ik ging gewoon langs. In het echt heeft hij twee zonen, in mijn dromen maar één en die was ook nog eens piepjong, een jaar of vijf. Af en toe ging hij naar buiten om te roken. Dat vond ik wel apart, een kleuter onder een afdakje met een peuk.

Henk ging voor me koken en intussen liep ik zijn garage in. Die was ruim, er stonden veel spullen opgeslagen en er lagen plavuizen op de vloer. Om de een of andere reden ging ik daar staan plassen, zo op de tegels. Al vrij snel kwam het besef dat dat toch niet kon en dus stopte ik. De aandrang was nog niet weg, dus zocht ik in het huis naar de wc om verder te plassen.

Wat te doen toen ik terug in de keuken was? Eerlijk aan Henk bekennen dat ik in zijn garage had geplast? Vragen of hij misschien een mop had? Of het laten? Mijn plas was in mijn ogen geurloos, maar misschien ruik je je eigen plas niet. Wat zou hij wel niet van me denken?

Toen werd ik wakker. Ik voelde aan mijn slip, maar was nog droog. Wat een rare droom. Om het goed te maken bestelde ik Henks nieuwe roman Het kraaienschip. Die ga ik met belangstelling lezen. En sorry, Henk. Sorry dat ik in je garage heb geplast.

Vorige
Vorige

een paar dingen of veel dingen

Volgende
Volgende

zijpaden