stacaravan
Twaalf jaar geleden woonde ik door omstandigheden zes maanden in een stacaravan in Den Ilp. Hij stond verscholen opgesteld op een groezelig terreintje achter café De Drie Zwanen.
Ik was net gestopt met drinken en hoorde elke nacht na de laatste ronde mensen naar buiten komen en aldaar het gedrag vertonen dat ik zojuist had afgezworen.
Niemand wist waar ik verbleef, ik was onzichtbaar. Ik bracht de dag door met lezen en schrijven, afgewisseld met een wandeling. Mijn vrienden stonden op pauze, de liefde ook, aanvragen voor een interview bleven onbeantwoord.
Prettig was het niet, maar ook niet onprettig. Ik had geen verwachtingen en werd nergens door teleurgesteld. Er stonden nog drie stacaravans op het groezelige terreintje, daarin woonden andere mannen. Niemand bemoeide zich met elkaar, niemand had een naam. Soms verlang ik daar weer naar.