stoornis
Als mij wordt gevraagd of ik autisme een stoornis vind, antwoord ik: alleen vergeleken met de niet-autistische wereld.
Mensen met autisme zijn beperkt omdat ze dingen niet kunnen die de meeste andere mensen wel kunnen. Zoals achteloos omgaan met niet-aangekondigde veranderingen, smalltalken met Jan en alleman en de hele dag de schijn ophouden.
Steeds vaker kom ik op plekken waar alleen mensen met autisme zijn en dan heeft niemand een stoornis en is niemand beperkt. Vaak eten we gezamenlijk, een aantal mensen doet dat alleen aan een tafeltje, soms met de rug naar de anderen toe. Een aantal mensen houdt zijn jas aan, heeft een koptelefoon op of draagt een zonnebril.
Soms komt iemand aan mijn tafel staan en vraagt of hij erbij mag komen zitten. Het is geen vraag waar het antwoord al in besloten zit. Als ik ja heb gezegd kletsen we wat, maar er vallen ook stiltes. Die voelen als vlaktes na een boswandeling: even ruimte.