tien over vier

Vroeger als ik in een restaurant klaar was met eten, wachtte ik altijd ongeduldig tot die luie donder van een ober eindelijk eens een keer kwam afruimen.

Tot ik een keer dineerde met iemand die tafelmanieren had geleerd en me wist te vertellen dat je je bestek op je bord in de tien over vier-positie moet neerleggen wanneer je uitgegeten bent.

Dit inzicht heeft mijn leven vergemakkelijkt, al maakte het me ook heel erg bewust van het feit dat ik als dubbeltje ben opgegroeid en niet als kwartje.

Binnen mijn kaste doe je als je genoeg hebt gegeten de bovenste knoop van je broek los en laat je, als het echt lekker was, een harde boer.

Dat is dan gelijk ook de cue voor het toetje.

Vorige
Vorige

de peul

Volgende
Volgende

rolkoffertjes