vallen
In zijn dagboek analyseert dichter, schrijver en filmmaker Jean Cocteau zijn opiumverslaving zo messcherp dat zijn woorden bijna zestig jaar na zijn dood in abri's op straat zouden moeten hangen, dwars over de gok- en drankreclames heen.
‘Ik ben weer aan de verdovende middelen verslaafd geraakt, omdat de doktoren die de ontwenningskuur geven niet proberen de moeilijkheden te genezen die de voornaamste oorzaak van de verslaving zijn. Omdat ik opnieuw in een onevenwichtige zenuwtoestand geraakte, en een kunstmatig evenwicht verkoos boven in het geheel geen evenwicht.’
Mensen verdoven zichzelf doorgaans met een reden. Wat ze voelen willen ze niet voelen en dus dempen ze het, maar nooit helemaal. Als een veenbrand woedt de donkerte onder de oppervlakte.
Ze houden zichzelf om met Cocteau te spreken ‘kunstmatig in evenwicht’, wat beter voelt dan vallen, maar vallen is zo slecht nog niet. Met je bakkes plat op het canvas heb je behalve blijven liggen nog maar één andere optie en dat is opkrabbelen. Vallen is de voorbode van je wederopstanding.