vijfeurobiljet

Gisteren was ik ziek en las ik oude Kuifjes. Die kocht ik afgelopen jaar in Epe. Wanneer kom je nou in Epe, maar ik was er en in een antiquariaat lag een hele stapel Kuifjes en ik vroeg: Wat kost een Kuifje? en de verkoper zei: Nou, eens even kijken, twee euro per stuk, en toen pakte ik er eerst een en toen drie en daarna de hele stapel - een beetje beschaamd omdat nu niemand anders meer een Kuifje kon kopen, maar ik dacht ook: wie koopt er nou nog een Kuifje?

Bovendien zag de verkoper me niet als een vuile gier, maar juist als een goede klant, zoals de bezorger van de krant me ook niet zuinig, maar ook ook niet overdreven vrijgevig vond, toen ik gisteren aan de deur zijn nieuwjaarswens in ontvangst nam en hem een vijfeurobiljet in de handen drukte: het was piekfijn in orde. Vijf euro was niet te weinig, maar ook niet te veel. Vijf euro was precies goed.

Ik had wel wat langer van dat moment willen genieten, dat moment waarop alles klopte: de bezorger met zijn nieuwjaarswens, ik met mijn fooitje. Het voelde als een perfecte interactie tussen twee mensen. Zo jammer was het dat het leven daarna meteen weer zijn aanvang nam. Ik naar binnen om verder te lezen in een oude Kuifje, de bezorger op weg naar het volgende adres.

Soms zou ik de tijd willen bevriezen, maar ik begin er niet aan, want het kan niet.

Vorige
Vorige

laatste woorden

Volgende
Volgende

ziek