vogelgezang
De ene begon, iets van: “Priet, prrrrrriet, priet, prrrrrriet, prrrrrrrrrriet.” Een andere terug: “Twiet twiet twiet twiet!” En een derde: “Roepiekoe, twit, twit, twit, twit!”
Ik bedacht me: hoe kan ik dit normaal gesproken niét horen? Ik liep hier gisteren rond deze tijd toch ook en toen zullen ze net zo hard gekwetterd hebben. Alleen had ik er geen aandacht voor.
Ervan uitgaande dat je geen ornitholoog bent, denk ik dat je normaal gesproken pas aandacht hebt voor vogelgezang als je weet dat je niet lang meer te leven hebt. Dan neem je alles waar, heb je aandacht voor dingen die je normaal gesproken langs je heen zou laten gaan.
Ervan uitgaande dat ik nog wel even te leven heb, beschouw ik het als een geschenk dat ik zonder die naderende deadline het gekwetter van vogels óók al opmerkte. “Priet, prrrrrriet, priet, prrrrrriet, prrrrrrrrrriet,” priette de ene. “Twiet twiet twiet twiet!” twiette de ander. “Roepiekoe, twit, twit, twit, twit!” deed een derde. En ik hóórde het.