alsof
Poetin mag de Verenigde Staten niet meer in. Alsof hij van plan zou zijn om nu een tripje naar het Westen te gaan maken.
Alsof ik geen diesel meer zou mogen tanken, terwijl mijn auto op benzine rijdt. Alsof ik geen Chinees meer mag spreken, terwijl ik überhaupt geen Chinees spreek. Alsof ik niet meer naakt over straat zou mogen lopen.
Alsof iemand mij (vegetariër) zou vertellen dat ik geen biefstuk meer mag eten. Alsof iemand mij (muziekliefhebber) zou vertellen dat ik niet meer naar het Koningslied mag luisteren. Alsof iemand mij (gewetensbezwaarde militaire dienst) zou vertellen dat ik geen mensen meer mag doodschieten.
Ja, ik ben gewetensbezwaarde militaire dienst. In de jaren tachtig moest ik ergens in Delft ten overstaan van een stel psychologen een reeks strikvragen beantwoorden. Bijvoorbeeld wat ik zou doen als mijn moeder in de keuken van ons huis zou worden aangevallen, of ik dan een mes uit het messenblok zou trekken om haar te verdedigen. Met mijn mond vol tanden bedacht ik me wat er zou gebeuren als ik mis zou grijpen en met een pureestamper de belager tegemoet zou treden.