angst

Ik werk aan een biografie en aan een non-fictieboek, schrijf essays over autisme in NRC Handelsblad (het volgende deel verschijnt over twee weken) en doe ook nog een beetje broodschrijven, én ik werk aan Nederlandstalige liedjes.

Voor ik op mijn 16de begon met dichten, maakte ik al liedjes. Ik zong ze op mijn kamertje en later ook wel op het podium, alleen zijn angsten me meer en meer gaan overmannen en uiteindelijk heb ik mijn gitaar aan de wilgen gehangen en gebruikte ik het podium alleen nog voor voordragen.

Wat het geval is, is dat een stem in mij elk liedje dat ik maak afkraakt. Hij vindt het niet alleen niet goed, maar richt me werkelijk ten gronde, en die hij ben ik dus zelf. Terwijl hij me uitlacht, voor gek zet en de vinger geeft, speel ik door. Nu nog op mijn kamertje, binnenkort ook in een studio.

Tijdens de opnames zal ik steeds door de ruit kijken naar de technicus en producer en met grote vreze vrezen dat ze me daar staan uit te lachen, me voor gek aan het zetten zijn, me de vinger aan het geven zijn. Steeds zal ik weer bevestigd moeten zien dat dat niét zo is.

Behalve dat angst een slechte raadgever is, neemt hij ook nog ‘ns niets van je aan. Ik kan een miljoen keer zeggen dat de mensen om mij heen het beste met mij voor hebben, hij zal het weerspreken.

Vorige
Vorige

pop

Volgende
Volgende

nico slothouwer