balken
Gisteravond laat rende ik met mijn dochter door de polder. We werden niet opgejaagd door een woedende groep mensen met fakkels en rieken, maar liepen er vrijwillig, in sportkleding. Mijn hesje zat vol lampjes, maar het licht sloeg dood tegen de wanden van de mistbanken.
De loop van het pad zagen we nog net, maar niet de hoogteverschillen, waardoor we regelmatig verrast werden, omdat het ineens naar boven of beneden ging. We vielen steeds net niet, al had ik het ervoor over gehad: een bebloed hoofd, want kijk eens naar boven, zie toch die sterrenpracht. Ik mocht maar heel even kijken, moest gefocust blijven.
Om ons heen maakten dieren zich op voor de nacht, waren klaar om te gaan slapen, of juist te gaan jagen. Verderop balkte een ezel, die had misschien een hoofd vol nare gedachten.
Toen we de bewoonde wereld weer bereikten wilde ik terug, zoals ik na een rondje in de achtbaan het liefst meteen weer achteraan aansluit, maar het was voorbij. In bed nog even gelezen, daarna zachtjes balkend ingeslapen.