begrijpelijk

Vanmorgen sprak ik met een dichter en een poëzieliefhebber over mijn nieuwe bundel; het gesprek zal binnenkort als podcast te beluisteren zijn. Het ging niet slecht, maar toen de opname gedaan was en ik de terugreis al had aanvaard, toen formuleerde ik pas écht scherpe antwoorden.

Zo ging het in het gesprek over begrijpelijke en onbegrijpelijke poëzie, een tweedeling die ik niet snel zou maken, al vind ik het wel een zegen dat er nog iets op de wereld is wat niét per definitie meteen begrepen hoeft te worden.

Op de terugweg naar huis bedacht ik me: ik hou van gedichten waarbij er nog wat te raden overblijft, zoals ik van mensen hou van vlees waarmee je, zodra je het in de kuip hebt, niet meteen iets weet aan te vangen.

Er is weinig wat ik zo aantrekkelijk vind als een mysterieus gedicht of een mysterieus mens. Niet gemáákt mysterieus, maar oprecht authentiek raadselachtig. Ik leerde iemand kennen die als ik hem iets vroeg eerst een poosje voor zich uit ging staren. Net als ik dacht dat hij de vraag niet had gehoord, antwoordde hij alsnog.

Als ik van Paul Celan de regels lees: “Regenwolk, wat talm je bij de bronnen?/Mijn stille moeder weent om allen”, dan kan ik vertellen wat ik dénk dat er bedoeld wordt. Ik kan op zoek gaan naar een essay waarin de woorden op doorwrochte wijze worden geduid. Ik kan het ook laten. En genieten wat wat het allemaal zou kúnnen betekenen.

Vorige
Vorige

letterlijk en figuurlijk

Volgende
Volgende

privézaken