blaasbalg
Elke dag een blog schrijven is niet moeilijk, het is net als ademen. Je kunt ook zeggen: elke dag een blog schrijven is heel moeilijk, net als ademen.
Ademen en schrijven worden pas moeilijk als je erover nadenkt. Als ik inadem en mijn romp beschouw als een blaasbalg, waarin lucht van buiten wordt aangezogen en vervolgens weer uit wordt geblazen, steeds weer van buiten naar binnen en van binnen terug naar buiten, dan word ik al moe als ik erover nadenk.
Dat we dat de hele dag moeten doen, bedoel ik: lucht verzamelen om ons een moment later weer van te ontdoen, waarna de hele santenkraam weer van voren af aan begint, tot het moment dat we het niet meer hoeven te doen. Een moment dat velen vrezen, en ik vaak ook wel, tot ik die blaasbalg voor me zie.
Want ik leefde tot nu toe negentienduizend dagen en een beetje, maal zeg twintigduizend ademhalingen per dag, maakt dat ik ruim driehonderddrieëntachtig miljoen keer het beweegbare deel van de blaasblag van het vaste deel af heb bewogen, waarna ik het weer terug naar het vaste deel toe bracht, waarbij de eerder naar binnen gezogen lucht weer naar buiten toe ontsnapte.
Een ballon die je steeds weer opblaast, nadat je ‘m pffffrt! leeg hebt laten lopen. Weer blazen, weer blazen. Op een gegeven moment ben je wel uitgeblazen.