kerstbrood
Wat ik me van mijn jeugd herinner is niet de smaak van het kerstbrood op kerstavond, als de korst knapperig en glanzend was, het deeg luchtig en de spijs smeuïg. Ook niet de smaak van het kerstbrood op Eerste Kerstdag, als de glans van de korst iets afnam en het brood al een heel klein beetje was begonnen met inklinken, maar nog uitstekend eetbaar was.
Wat ik me herinner is de smaak van het kerstbrood zo rond 27, 28 december, als er nog een kontje een beetje verloren in de broodtrommel lag, niet eens meer in plastic of papieren zak verpakt. De korst dof en hard als baksteen, het deeg stug en smakeloos, de spijs droog en korrelig. Dat was niet lekker, maar we waren arm als een kerkrat, dus je at.
Als er nog roomboter over was (Echte Boter, stond op de verpakking, zoals ik me ook een beetje voelde worden opgetild als we brood kochten bij de Echte Bakker) smeerde ik een beetje daarvan op dat kontje kerstbrood en lekker was anders, maar je kon wel doen alsof het lekker was, en als volleerd ontsnappingskunstenaar had ik inmiddels een zo goed ontwikkeld inbeeldingsvermogen ontwikkeld dat de fantasie vaak echter leek en sowieso een stuk aantrekkelijker was dan de realiteit.