blinkend goud
Spoiler alert, maar in mijn meest recente boek Rigolettohof pakt de hoofdpersoon na maandenlang aarzelen eindelijk de beschuitbus met daarin de as van zijn moeder en verstrooit hij haar in het gras. Dat bewijst dat het een werk van fictie is, want in werkelijkheid was ik blijven talmen en stond de volle bus ook na de dag van publicatie gewoon nog in het keukenkastje, tussen de Ajax en de Andy.
Pas vorige week durfde ik het in het echt aan. Samen met mijn dochter en mijn zoon wandelde ik de polder in, naar een monument ter nagedachtenis van zes bemanningsleden van een Britse bommenwerper die hier tachtig jaar geleden was neergestort. De crash volgde op ‘een succesvol bombardement op Genua in Italië’, aldus de tekst op de plaquette. Dat woord ‘succesvol’ heeft best een macabare bijsmaak.
Hoe dan ook was mijn moeder dol op mannen in uniform. Ik verzin dit niet, maar precies nadat we het deksel van de bus hadden gedraaid en haar resten de weg naar buiten vonden, kwam de zon achter een wolk vandaan, waarna het riet en het water voor ons baadden in blinkend goud.
Toen ik vanochtend vroeg, op de eerste dag van het nieuwe jaar, weer langs het gedenkteken kwam, stond ik even stil, sloot mijn ogen en vouwde mijn handen. Dit was zowel een groet richting mijn moeder, als richting wie of wat dan ook maar voor het plotselinge verschijnen van dat zonlicht verantwoordelijk was geweest.